Grand Cru Diegem

In de meest verstedelijkte regio van het land, waar vliegtuigen rakelings langs de kerktoren scheren, is het jaarlijks cyclocross. Hier zoeken ze één keer per jaar iedere morzel grond, slijk en aarde op, om er een cross in te organiseren. De place to be is Diegem. Ik verken met jullie wat er zo speciaal is aan deze cross: waarom een wedstrijd in een dorpskern wél kan!

Een kleine deelgemeente van Machelen is een hele dag het wielermekka van de cross. Deze plek wordt doorkruist met alle mogelijke verbindingswegen: de Brusselse Ring, de R22 en alle denkbare Belgische spoorwegverbindingen,… Hoe ze hier een topcross kunnen organiseren, is vooral te danken aan een sterke wil, passie en liefde voor de cross.

Ik keek vroeger altijd een beetje met een verbaasde blik naar het tv-scherm. Tussen Kerstmis en Nieuwjaar konden we kijken naar een avondcross, de enige op de kalender. Tegen 17u zat ik aan mijn televisie gekluisterd. Wanneer ik terloops mijn wegenkaart raadpleegde, dacht ik: “hoe kan je daar nu in godsnaam een veldrit organiseren”. Ik zag alleen maar drie voetbalvelden en verder geen sprietje gras, grond of gazon.

De liefde bracht me per lotsbestemming in de gemeente Machelen. Mechelen? Neen, Machelen, dat is gelegen in de Vlaamse Rand rond Brussel. Ik ontdekte de omgeving en zo geschiedde: mijn schoonvader Rudi, zot van voetbal en koers, nodigde me uit om te gaan kijken naar de Superprestige in Diegem. Ik was gelijk verkocht. De sfeer zat er meteen in.

Natuurlijk

De dag voor het event mocht ik zelf gaan verkennen. Rudi speelde het klaar om via zijn neef en medeorganisator William te mogen verkennen. Tijdens de opbouw kon ik nu zelf de spanning van de lintjes checken, de hoogte van de balken testen en het mulle zand uitproberen: met de crossfiets uiteraard. Om met mijn eigen ogen te zien hoe de organisatie een uitdagend parcours kan bouwen tussen voortuin, binnenweg en parktalud. Ik moet zeggen: na één ronde wist ik het al. De cross rond de terreinen van Diegem-Sport is geen klein bier.

Na het startschot in de Vander Aastraat rijd je het Park van Diegem in. Via een schuine kant en rond het hoofdvoetbalterrein van Diegem Sport bereiken de crossers het laagste punt in de wedstrijd. Hierna is het enkel klimmen. En dat hebben ze geweten. Via een brug en een bocht langs een grasveld naast de kerk, komen de renners in de Kosterstraat. De klim is beter gekend als de Regimentsberg. Hier worden de kuiten pas echt in stelling gebracht.

Via de spoorwegbrug draaien de renners het hogere deel van het parcours in. Op een steil klimmetje, waar het ieder jaar net wel of net niet lukt na de haakse bocht, is de spanning te snijden. Rond het voetbalveld komt de ene hindernis na de andere: een steile afzink, een forse klim, een lang recht stuk, de zandbak en alsof dat nog niet volstaat: de balkjes. Ik laat ze rechts liggen, want ze zijn nog niet voldoende verankerd. Ik wil het werk van de parcoursbouwers niet verstoren. Bovendien: mijn Van der Poel-skills liet ik thuis.

Dan volgt er opnieuw een afdaling via dezelfde spoorwegbrug. Tussen huizenblokken en via achtertuintjes dalen de coureurs van het veld weer af naar het park. Deze passage is vettiger. Het schoeisel van de renners wordt op de proef gesteld. De haakse bochtjes en de schuine kanten vragen behendigheid. De brug luidt het signaal in voor de laatste hindernis: de trap. Deze partij treden mat de afgepeigerde benen helemaal af. Spurten of gewoon binnenbollen?

Klaar voor de start

Het parcours is klaar. De bruggen staan opgesteld. De balken zijn afgemeten. Het zand is omgeploegd. De linten hangen strak. De kilometers elektriciteitskabel liggen fijntjes ingewerkt. De verlichtingsinstallatie is op punt. De generatoren draaien. De VIP-tenten beloven veel goeds. De biertenten zijn geopend. De frietkramen smeulen. De voorraad jenever is ingeslagen. Diegem is klaar.

Laat het volksfestijn beginnen!

Plaats een reactie