Voor veel Vlamingen en Nederlanders zijn de Ardennen een geliefkoosd fietsterrein. De meest zuidelijke provincie van België biedt dan ook de nodige uitdagingen. Vanuit de diep uitgesneden valleien van de Semois en de Ourthe kronkelen heel wat prachthellingen naar de Ardenese hoogvlakten. Start vanuit Marche-en-Famenne, La Roche-en-Ardenne, Bouillon, Houffalize of Bertrix voor een prachtige rit doorheen de provincie Luxemburg.
1. Col de Haussire
Omdat deze klim als lastigste in België geboekstaafd staat in de Cotacol-lijst, mag dit Ardeens paradepaardje zeker niet ontbreken. Vanuit het pittoreske La Roche-en-Ardenne klim je in 4600 meter en 275 hoogtemeters naar een hoogte van 498 meter. De klim is gelijkmatig en regelmatig steil. Puffend en hijgend, zal je op de top een opvallend colbordje tegenkomen: Col de Haussire, altitude 498 m, 1ère côte de Belgique, Cotacol 1ère difficulté.
Tijdens de jaarlijkse Vélomédiane Claude Criquelion is deze beklimming ook deels opgenomen. Via de Rue Gohette en het wildpark vervolledig je het laatste deel van de klim naar de Haussire. Dit is het begin van de laatste en grootste lus. Na een korte afdaling volgt de uitloper naar Samrée, waar sommige trage deelnemers de snelste deelnemers terug zien voorbijkomen.

2. Col du Rideux
De Col du Rideux staat officieel geboekstaafd als een col. De beklimming heeft verschillende zijden. Vanuit Heyd overwin je de meeste hoogtemeters, zo’n 200 hoogtemeters. In 2.5 km stijg je gemiddeld aan 8%. De klim telt een aantal haarspeldbochten, waardoor je je bij momenten in het Baskenland waant. In de route van de Vélomédiane zit deze beklimming ook. Omdat deze col voorbij halverwege in het parcours ligt, zijn de meeste deelnemers hier al aardig uitgeput.

3. Col de Corbion
In het zuiden van België meandert de Semois in een diepe vallei. De vergezichten en de wegen zijn hier adembenemend. Vanuit het dorpje Poupehan klim je naar Corbion. Dit dorp draagt ook de naam van deze lange en gelijkmatige klim. In het dorp ga je aan de plaatselijke basisschool en bakker rechtdoor om de beklimming te verlengen via de Rue du Sommet. Je klimt daarbij tot de Belgisch-Franse grens: 6.1 kilometer aan 3.6% en zo’n 220 hoogtemeters.

4. Côte de Rochehaut
In de vallei van de Semois valt er veel te beleven. De beklimming naar Rochehaut biedt een prachtig uitzicht over de meander en het dorp Frahan. De vele campings, hotels, restaurants en cafeetjes tonen de populariteit van deze streek aan. De beklimming is best gelijkmatig. In 5.1 km klim je aan een moyenne van 4.5%, goed voor 230 hoogtemeters. Via Poupehan en Corbion bereik je via een bochtrijke weg het pittoreske stadje Bouillon.
5. Cheval de Bois
De omgeving van Saint-Hubert is niet zo gekend bij de doorsnee wielertoerist. Strava maakt dit duidelijk. Je kan hier echter heel wat wielerlekkers vinden. Beklimmingen met meer dan 200 hoogtemeters vind je hier bij de vleet. De Cheval de Bois start bij Fourneau-Saint-Michel. Hier vind je het Waalse Bokrijk terug. Het openluchtmuseum over het leven op het platteland herbert een 50-tal boerderijen uit de 19e eeuw.
In het stille bos vind je een waaier aan wieleruitdagingen. De Cheval de Bois is een stille weg die afgesloten is voor doorgaand verkeer. Het wegdek is veelal van behoorlijke kwaliteit. Het asfalt is korrelig en is in de herfstmaanden bezaaid met loof. In de lente en de zomer kan je hier onbezonnen omhoog rijden. Op de Cheval de Bois klim je in zo’n 3.2 km aan 7% moyenne naar een hoogte van 522 meter.

6. Côte de Dochamps
Vanuit de vallei van de Ourthe bij La Roche-en-Ardenne vertrekken er heel wat beklimmingen naar het Plateau des Tailles, met als hoogste punt: de Baraque Fraiture op 651 meter. De N89 is een drukke verbindingsweg en is tijdens weekdagen geen aanrader. Zoek het iets verder en het klimgenot keert snel terug. De Côte de Dochamps vanuit Marcourt klimt 9.6 km aan 3.7%. Het percentage valt lager uit vanwege een dalend deel.

7. Mont le Soie
De Mont le Soie wordt regelmatig als graadmeter gebruikt voor beloftevolle wielrenners. Een tijdrit op de flanken van de berg, stelt trainers in staat om te vergelijken. Zo’n 4.4 km aan 5.4% is daarbij ideaal. Zo worden werkpaarden van koerspaarden gescheiden. Na 238 bosrijke hoogtemeters kom je op de top een resem paarden tegen. De Mont le Soie wordt de laatste jaren ook af en toe opgenomen in het parcours van la Doyenne, Luik-Bastenaken-Luik. Na het keerpunt in Bastenaken is Mont le Soie de eerste echte beproeving.
8. Baraque Fraiture
Het hoogste punt in de provincie Luxemburg is de Baraque Fraiture. Met 674 meter is dit plateau slechts 20 meter lager dan het hoogste punt van België: de Signal de Botrange. De top bereiken van de Baraque Fraiture kan vanuit vier richtingen: Vielsalm in het oosten, La Roche-en-Ardenne in het westen en Houffalize in het zuiden. De noordkant vanuit de vallei van de Aisne is de mooiste en overwint het meeste hoogtemeters. In 520 hoogtemeters klim je van 154 naar 674 meter hoogte. Hier doe je 16.7 km over. Dus 3.2% is het gemiddelde. De beklimming tot Manhay is gekend als de Côte de l’Amante. Nadien stijg je over een drukkere weg naar de hoogvlakte.

9. Côte de Lavacherie
Deze beklimming is vooral vanwege de bosrijke omgeving opgenomen in de lijst. De klim start in het dorpje Lavacherie aan de brug over de Westelijke Ourthe. Na het verlaten van het dorp gaat de weg gezapig bergop. In totaal overwin je zo’n 200 hoogtemeters over een afstand van 4.3 km. De moyenne van 4.7% valt best mee. Fiets verder richting Hurtebise en Saint-Hubert. Daar spot je een collenbordje: Col d’Hurtebise (525 m), een mooi klooster en een prima locatie voor een pitstop.

10. Montquintin
In het uiterste zuiden van België vind je een microklimaat. Belgisch-Lotharingen heeft heel wat bergflanken die gericht zijn op het zuiden, ideaal voor wijnbouw. Het dorpje Montquintin ligt in de zuidelijkste gemeente van België: Rouvroy. Monquintin torent hoog boven het landschap uit. Op de top vind je een burchtruïne uit de 13e eeuw. Dessous les Jardins is de weg die aan de noordoostzijde ligt: 1.7 km en 7.2% gemiddeld. Afdalen kan via de oostflank, de zuidflank en de noordflank.
Wie echt het uiterste zuiden van België zoekt, rijdt best verder richting Torgny. Dit dorp is een van de mooiste dorpen in België en heeft een heel apart karakter. Door het microklimaat, de bouwstijl van de huizen in het dorp en de prachtige natuur lijk je even in het centrum van Frankrijk te zitten. Frankrijk ligt hier dan ook op een boogscheut vandaan. Neem hier de tijd voor een quiche lorraine, de lokale specialiteit.