Op Hemelvaartsdag vaart onze Heer er wel bij dat we de fiets van stal halen. Vier dagen vrij en mooi weer in het verschiet. Wat wil je nog meer? Een vriend die mee fietst natuurlijk. Een compagnon de route waarop je kan vertrouwen. Een fietsmaat van formaat die niet vies is van wat afstand. Guus is zo iemand: een bijzondere vriend, een topper op alle vlak.
In 2016 reden we met zijn vieren naar de Noordkaap: Niels, Jelle, Guus en ikzelf. Dat schept meer dan een band, een fietsband. Een eeuwig respect dat we dat samen klaarspeelden. Na drie jaar ligt er wel al een laagje nostalgie over. Ja, toen… zo mooi. Weet je nog? Heerlijk dat herinneringen terugkomen zoals een getrouwd koppel dat terugkijkt op de eerste date. Niels komt morgen. Jelle kon niet en geniet nog na van zijn Nederlandse titel duatlon lange afstand. Met Guus ga ik vier dagen op pad.

B&B Grimminge
Vanuit Antwerpen rijden we met een klein tasje naar onze B&B in Grimminge. Een klein dorpje in de buurt van Geraardsbergen. Guus heeft de Vlaamse Ardennen nog nooit gezien en bereden. Als Nederlander is het verder en minder goed bereikbaar dan de Amstel Gold Race-omgeving in Nederlands-Limburg. Twee jaar geleden deden we die prachtregio al. Nu: mijn favoriete wielergrond waar de wielergeschiedenis overal tastbaar, voelbaar, meetbaar en zelfs te ruiken valt.
De Vlaamse Ardennen, een kleine lap grond waar er tijdens het voorjaar soms acht koersen per week passeren. Geen enkele regio is zo uitverkoren als scherprechter van ’s werelds mooiste pedaalcontesten. Tussen Oudenaarde en Geraardsbergen kan je de geschiedenis en levensloop van het gehele wielerpeloton terugvinden. Maar hart klopt wat sneller. Tijd om te vertrekken met onze rugzakjes en zadeltassen gevuld.
Schoon naar mijn schoonouders
Donderdagochtend, we trekken de deur van mijn appartement toe. Vooraleer we de Vlaamse Ardennen induiken, eerst nog ander stukje Vlaanderen. Eerst naar Machelen, waar mijn vriendin in alle rust een nachtje ging slapen. Naar mijn schoonouders, wiens gastvrijheid de hoogte van de Muur en de steilte van de Koppenberg overschrijdt. Drie kopjes koffie zetten mijn benen op punt. De kusjes van mijn lief draaien mijn kop op hol.
Gaan dan maar. De drukte en de geur van Brussel is overal voel- en hoorbaar. Flirten met de taalgrens. Fluimen vliegen langs me weg. Hooikoorts is in het land. Ik ben mijn pilletjes ertegen vergeten en mijn maag gromt al. In Braine l’Alleud eten we een broodje op de Grote Markt. We zijn halfweg. Ik kijk naar wat nog komen gaat. De Leeuw van Waterloo is gepasseerd. De Leeuw van Vlaanderen roept. Via het Hellend Vlak van Ronquières fietsen we over glooiende wegen naar Geraardsbergen.
