De meeste bordjes op een col zijn lelijk en een tikje verwaarloosd. In bepaalde regionen zijn ze het doelwit van schietgrage machotypes die de boel doorzeven tot een plakje Emmentaler. Andere bordjes worden om de haverklap ondergesneeuwd en vervangen. Het colbord is het ijkpunt voor een renner die smacht naar de top. In deze lijst som ik de tien mooiste exemplaren op. Eén ding viel me op: ze staan allemaal in Frankrijk. In andere landen zijn ze onderwerp van verwaarlozing, kleinering of gewoon afwezig. Te lelijk om te tonen.
1. Col du Pré de la Dame
Dit is mijn absolute numero uno. Het antieke retrokarakter doet me wegdromen naar vroegere tijden. De Col du Pré de la Dame met een hoogte van 1450 meter is gelegen in de Cévennen. Een geweldig mooie en rustige klim krijgt hier het prachtigste slot. Een beetje roest en verkleuring door de zon en de sneeuw maken van dit bordje een ware voltreffer. Het bordje maakt grote sier op de selfies van renners.
De naam van de col is ook een prachtige samenstelling: de bergpas van de weide van de dame. Het kan een roman zijn van een geëerd schrijver. Een erotische bestseller vertaalt in dertig talen. De gedachte komt al snel boven, als de testosteron giert in je lijf na de inspanning. Ik zou er nog wel even willen blijven.

2. Superbagnères
Het klinkt als een supermarkt en toch is het een skioord. Haal de latten al maar boven! In de zomer is deze weg verlaten en leeg. Je fietst er als eenzaat naar boven. Het bord zou je normaliter snel links laten liggen. Of rechts, als je van de andere komt. Vooral de naam blijft kleven. Daal maar terug af naar Bagnères-de-Luchon, het middelpunt van de Pyreneeën.

3. Col du Portet d’Aspet
Deze klim is om een tragische reden bekend geworden. In de Tour de France van 1995 kwam een Italiaanse renner om het leven. Fabio Casartelli reed op 24-jarige leeftijd zijn laatste afdaling. Hij kwam ten val, smakte met zijn hoofd tegen een betonnen blok en overleed aan zijn verwondingen. Hij droeg geen helm, die zijn leven had kunnen redden. Vandaag wordt de ongelukkige Olympische kampioen geëerd met een monument annex gedenksteen.
Dit geheel ter zijde: het colbord heeft ook wat.

4. Plo du Four
Dit is de meest bizarre plaats om een colbord te zetten, is in de afdaling. In de overgang van afdaling naar klim, zie je in de afzink dit stenen bord staan. Je vraagt je eerst af waarom het hier staat. Het verwijst naar een oude landweg die moest doorgaan als col. Want het heeft verder geen betekenis op de weg, die daalt en dan weer stijgt. Het lijkt wel of ie in de ‘oven’ staat.

5. Hochtor
De Hochtor is de pashoogte van de Grossglockner in Oostenrijk. Een prachtige omgeving waar er niet zo vaak mooie bordjes worden geplaatst. Maar deze blinkt wel mooi. Dat zie je in combinatie met het bouwjaar van de tunnel en het uitzicht. Bovendien is de Duitstalige afkorting eigentijds speciaal: 2504 m ü.d.M.

6. Col de Perjuret
Deze col ligt ook in de afdaling of klim van de Mont Aigoual. De Cévennen is een prachtige regio met wegen zo’n veertig jaar geleden schijnbaar verlaten werden. Asfalt is vernieuwd. Maar de randapparatuur bleef. Sindsdien is er geen wegaanduiding meer veranderd. De hele berg heeft wegwijzers en Michelin-bornes die wijzen op een ver verleden. Ze vervangen zou zonde zijn. Ze zijn uitgegroeid tot verkeerstechnisch erfgoed.

7. Colle dell’Agnello
Deze Alpiene pasovergang tussen Frankrijk en Italië heeft om naamsverwarring te vermijden een betonnen muur met hoogte en opschrift: France – Italie (alt. 2744 m). Op deze hoogte overleven bordjes niet. Hun tenen vriezen eraf. Waarop ze van pure miserie ’s zomers omvallen bij het ontdooien van de lokale permafrost. De Italianen hebben er ook niets mee. Ze staan er als lammetjes bij. Dat is de betekenis in het Italiaans: col der lammeren. In het Frans sta je op de Col Agnel.
8. Cormet de Roselend
Het is een naam die klinkt als een ijsje: de cornetto de Roselend. Honger kan soms rare bruggetjes maken. Deze prachtklim in de Alpen is een waar schouwspel van de natuur. Stuwmeren, bergbloemen en een geweldige afdaling langs beide kanten. Ook de Col de l’Iseran heeft dit type pashoogtebord.

9. Col de Peyresourde
Deze col heeft geen aantrekkelijk bordje. Het is een misbaksel dat alle wegen in de Pyreneeën hebben, met een verouderde opmaak uit de jaren 90. Vele exemplaren zijn het ding al voorafgegaan. Veel bordjes zullen nog volgen. Het is de zuil langs de weg die interessant is. Deze zuil heeft alle informatie die je nodig hebt. De RN 618 van St-Jean-de-Luz naar Argèles-sur-Mer is de scheiding tussen de Hautes-Pyrenées en de Haute Garonne. Daaronder zie je: 17,5 km naar Arreau links en 14,5 km richting Bagnères-de-Luchon rechts. Tenslotte sierlijk weergegeven: Col du Peyresourde, altitude 1563 m.
Ik word hier zo lyrisch van dat ik er twee keer dezelfde foto nam, in 2010 en in 2015. Twee keer met dezelfde kleding, met een andere fiets en andere schoenen. Ik was vijf jaar ouder geworden, maar mijn gekke bekken heb ik nog. Ze zullen nooit weggaan. En mijn selfiefobie met col is ook nog intact.
10. Col de la Cayolle
De Col de la Cayolle heeft net als de Peyresourde een stenen aanduiding. De grens tussen de twee departementen: Alpes-Maritimes en de Alpes-de-Haute-Provence. Het is met een hoogte van 2326 meter een hoogvlieger op alle gebied. Deze beklimming vanuit Barcelonnette in de Zuidelijke Alpen, klinkt als ‘het kleine Barcelona’, is zo’n 130 km van Nice verwijderd. Prachtige herinneringen heb ik daar.
De sociologische analyse over colbordjes vind je hier.
