Mijn oudste zus zei ooit na een fietsreis: “Sam, gij hebt alleen maar selfies naast een colbord.” Ze overdreef natuurlijk lichtjes. Ik had nog andere foto’s en rariteiten gefotografeerd. Maar ze had wel een punt. Om dit sociologische fenomeen, dat nog niet werd onderzocht door sociologen even te duiden, schrijf ik volgende bijdrage: het colbordje heeft voor een fietser de status van een bedevaartsoord.
Voor de niet-fietsers onder ons. Een bergpas heeft een hoogste punt. De meeste bergpassen krijgen om dat punt aan te duiden een ordinair bord, met naam en hoogte. Niets bijzonder in feite, want iedere plaats krijgt tientallen tot honderden bordjes om automobilisten op het rechte pad te houden. Zo ook het colbord: een puur verkeerstechnische aanduiding zoals E19, Stadskanaal of New York City.
Voor fietsers is dit bord uitgegroeid tot wat een drol voor vliegen is. We komen er massaal op af, om ter plekke wat te ruiken en even wat te eten. Zoiets is het zo ongeveer. Een vlieg doet hetzelfde. Automobilisten nemen dit trouw kiekmomentje trouwens over. Om thuis nog eens terug te kunnen bekijken. Als fietser is het na de inspanning zowat een even-bekomen-momentje.

VAM-berg
Bij sommige amateur-wielrenners moet er werkelijk bij iedere klim een foto genomen worden, met het colbordje er in het lang en het breed op. Alsof het de Eiffeltoren betreft. Het neemt zo’n status aan dat de VAM-berg in het vlakke Drenthe een gigantisch bord kreeg. De VAM-berg is een vuilnisbelt met een asfaltweg eroverheen! Eerst stonden renners er verkleumd en tot overmaat van ramp een beetje doelloos te zoeken naar een aanduiding van hun exploot. Er stond niks.
Gelukkig vond het lokale bestuur een oplossing. De Col du Vam met een ‘altitude van 4800 cm +NAP’ werd gedoopt en siert nu op de top. Om de grandeur van het project te onderstrepen moest het in het Frans. De link met de ‘Tour de Frans’ ligt nooit veraf. Lokale petities werden gestart om gewoon de naam ‘VAM-berg’ te behouden. Het werd Col du Vam. De hoogteaanduiding in centimetertjes moet de omvang van de klim onderlijnen met groteske grootheidswaanzin. Ironisch bedoeld, waarschijnlijk. Zoals dit artikel.
Het toont maar aan hoe erg sommige renners verknocht zijn aan deze veelal afgrijselijke ondingen. Ze kleven vaak vol met stickers van motorrijverenigingen, wielerclubs en toevallige passanten die hun firma even in de verf willen zetten. Dat is waarschijnlijk het grootste verschil tussen een wielerprof en de doorsnee sterveling. Zij moeten wel verder. Wij kunnen iets eten, een jasje aantrekken en een kiekje nemen. En zo lang die borden er staan, zal ik dat ook even enthousiast blijven doen.
In een ander artikel heb ik de mooiste colbordjes gebundeld. Lees deze bijdrage hier.
Heel leuk geschreven!
LikeLike