De 10 strafste beklimmingen van Corsica

Om de honderdste editie van de Ronde van Frankrijk in 2013 te vieren, werd het laatste nog niet bezochte deel van Frankrijk aangedaan: Corsica. Dit eiland ten zuidoosten van Nice is een fietsparadijs. De kronkelende wegen, de pittoreske baaien en het rustige binnenland maken van dit eiland een topbestemming. De beklimmingen zijn eveneens zo. Zie hier een ranking van de 10 mooiste beklimmingen op het eiland, van noord naar zuid.

In 2013 won Jan Bakelants de rit met aankomst in Ajaccio. De etappe ging van Bastia naar Ajaccio. Het hoogste punt van de etappe was de Col de Vizzavona. Deze doorgaande weg is voor en doorsnee wielertoerist geen place to be. De derde etappe van Ajaccio naar Calvi, langs de grillige westkust had wel een aantal mooie cols, zoals de Bocca di San Martino. In deze editie won Chris Froome trouwens zijn eerste Tour. Het was niet zijn laatste podiumplek in de Tour. Voor Corsica was het voorlopig het eerste en laatste bezoek.

1. Serra di Pigno (960 m)

De hoogte van de col is niet zo’n uitschieter. De laatste 4 kilometer van de beklimming is dat wel. Je kan de beklimming vanuit Saint-Florent of Bastia aanvatten. Het is de verbindingsweg over het noordelijke schiereiland van het eiland. De Col de Teghime is daarbij de pashoogte. Sla je daarbij links- of rechtsaf, naargelang Bastia of Saint-Florent de startplaats was, rijd je tot een hoogte van 960 m.

Het wegdek is hier hobbelig. De schapen lopen hier over de weg of liggen te rusten in de berm. De zeebries is hier steevast aanwezig. Zowel links als rechts zie je de zee liggen. Vooral de Etang de Biguglia op de achtergrond is indrukwekkend. Ik had het gevoel dat ik op het dak van Corsica fietste. Ook al was dat niet het geval.

2. Bocca di Battaglia (1099 m)

Deze klim in het noorden van het eiland geeft een mooi uitzicht over de Middellandse Zee. Dat las ik toch in het boekje dat ik over Corsica raadpleegde. Toen ik er tegen de bergflank omhoog reed, was het mistig. Ik hoop dat jij meer geluk hebt.

Probeer ook het rondje rond de Cima di Tornabue. Starten doe je in Belgodère. Via Costa, Ville-di-Paraso, Speloncato bereik je de top. Het gevecht, of la Battaglia, gaat verder langs het dorp Olmi-Cappella en de Bocca Capanna, de Bocca Prunu en de Col de Casella.

3. Haut-Asco (1370 m)

In deze vallei waan je je in de Alpen of de Pyreneeën. Je klimt naar een hoogte van 1361 meter. De start in Ponte Leccia ligt 34 km verderop. Het is dus een lange klim die start met een lange aanloop en een stevig slot. Met de Monte Cinto op de achtergrond, kijk je heel de tijd naar de hoogste berg op het eiland. Met 2706 meter torent hij ver boven de Middellandse Zee uit.

De klim zelf loopt dood, waardoor je enkel wordt ingehaald door rond scheurende motoren. Als de volle gas opendraaien in deze vallei, hoor je ze van ver komen. Na het dorp Asco wordt het vaak wat minder. Verder is het een verademing vergelijken met de drukke kustwegen.

4. Col de Prato (985 m)

De Col de Prato is gekozen vanwege de geschiedenis op het eiland. Het is de toegangsweg tot het centrale en oostelijke deel van de Castagniccia. Dit bergachtige gebied was de geboortegrond van Filippo Antonio Pasquale de Paoli. Het is de geestelijke vader van het Corsicaanse patriottisme. Het eiland wil zich al jaren afscheuren van het Franse juk. Alle tags en graffiti-aantekeningen maken dit duidelijk.

De beklimming is bochtig en geleidelijk. Een fijn tempo ontwikkelen is hier zeker mogelijk. De top, die op 985 meter ligt geeft geen indrukwekkend uitzicht. Daarvoor moet je net iets verder de pas overrijden. In de afdaling richting Piedicroce zie je een aantal ruïnes van kerken en huizen, die het eiland zo kleuren.

5. Col de Vergio (1477 m)

Als we het over de hoogste bergpas van Corsica hebben, die langs weerszijden te beklimmen valt, hebben we het over de Col de Vergio. Met 1477 meter is het een prachtbeklimming. De start ligt op het strand van Porto en de top ligt 33 kilometer verder. Het is een beklimming met allure die niet moet onderdoen voor de Alpen of de Pyreneeën.

De beklimming verloopt in drie delen: een stevige aanloop, een vlakker deel ter hoogte van de Gorges de Spelunca en een bosrijk deel tot de top. Het eerste deel kan ook via het dorpje Ota en de Pont de Pianella. Het tweede deel is het moment om tijdens een koffierit een foto te nemen. Het laatste deel is gewoon diep in- en uitademen en genieten van de geur in het bos. Eens op de top en zin in iets extra? De Col de Sevi is een fijne toevoeging.

6. Gorges de la Restonica (1370 m)

Diep in het binnenland van Corsica ligt een sprookjesachtig bos met een kloof waar het mos op de rotsen gedijt en de naalden op de weg liggen verspreidt. Het is een rustige beklimming die eindigt aan de Bergerie de Grotelle. Het is een grote parkeerplaats waar wandelaars hun wandeling richting het Lac de Melo en het Lac de Capitello starten.

Wandelen is trouwens een goed alternatief om de fiets te laten staan. De GR20 loopt dwars over de centrale bergkam van het eiland. Over een lengte van 170 km kan je in twee weken van het noordwesten naar het zuidoosten van het eiland wandelen. Daarbij beklim je zowat alle hoge toppen van het eiland. Overnachten doe je in de vele berghutten en semi-campings.

7. Belvédère de Saliccio (624 m)

Deze beklimming is adembenemend. De rotsen kleuren vuurrood. De weg kronkelt door het beschermde Werelderfgoed van les Calanques de Piana. De inhammen in de diepe vallei en het uitzicht over de baai zullen jouw toptijd op de klim snel doen verwateren. Zelfs de minder geoefende fietser geraakt hier boven. Les Calanche is enkel qua uitzicht te vergelijken met Sa Calobra op Mallorca.

In 2013 passeerde de Ronde van Frankrijk hier tijdens de derde etappe. De renners reden langs de andere zijde over de Bocca di San Martino (433 m) en de Col de Lava (491 m). Simon Gerrans won in Calvi. Maar de grote winnaar van de etappe was het toerisme op Corsica. De luchtbeelden van de dag waren de grootste reclame die het eiland ooit kon maken. De wereld kon met eigen ogen aanschouwen hoe mooi en ruw het eiland is langs de westkust.

8. Capanelle (1640 m)

Het hoogste punt van Corsica dat per fiets te bereiken valt, is de berghut van Capannelle. Dat is waarschijnlijk ook de belangrijkste reden waarom de weg in dit lijstje voorkomt. Het is een weg die vanuit Ghisoni tegen de flanken van de Monte Renoso omhoog kronkelt. De start ligt al op 670 meter, dus met een kleine duizend hoogtemeters ben je boven. Dat is stevig, maar te doen.

De weg naar Capanelle loopt dood en dus moet je opnieuw afdalen naar de doorgaande weg richting het zuiden. De Col de Verde is één van de vier pasovergangen die het eiland dwarsen, samen met de Col de Vizzavona, Col de Vergio en de Col de Bavella. Op de Col de Verde kan je kamperen met bergbeklimmers. Je zal het dan moeten doen zonder elektriciteit of warm water.

9. Col de Bavella (1218 m)

De lengte van de beklimming is om u tegen te zeggen. Vanaf de kust klim je in 30 km naar de top. Onderweg moet je eerste de Col de Larone over om vervolgens kort te dalen en de laatste stroken bergop te vieren. De geur van de pijnbomen en de mediterrane garrigue doen je neusschelpen flapperen van genot.

Het uitzicht op de top heeft veel weg van de Dolomieten. De kleur van de rotswanden kan van door de invalshoek van de zon sterk veranderen. Rood, grijs, wit of zwart is mogelijk. De Aiguilles de Bavella toren ver boven de col uit. De Monte Incudine met 2136 meter is daarbij de hoogste. Het enige jammere aan deze beklimming: toeristen in een auto of op een moto weten dat ook.

10. Val d’Ese (1611 m)

Je zou het in de zomer niet zeggen, maar in de winter kan je skiën op dit eiland. Op de hoogte van 1620 meter vind je een klein skidorp. Op zo’n 50 kilometer van de kust sta je te skiën tegen de flanken van de Monte Renoso. Naar gelang je positie op de top kan je de baai van Ajaccio ook zien liggen.

De beklimming er naartoe is gevarieerd en uitdagend. Via de D3 is de klim rustig en kom ter hoogte van de Col de Mercujo aan het prachtige stuwmeer van Prunelli. Via de Col de Menta en het dorpje Bastelica ben je aan de eigenlijke voet van de klim. Vanaf Bastelica ben je in 15 km op de top. Het is de tweede hoogste beklimming van het eiland. De Bocca di E Croci vanuit Quenza is de derde hoogste.

Kaart en Corsica

Het eiland biedt nog veel meer mogelijkheden en uitdagingen. Het topje van het schiereiland heeft de Col de Serra. In het zuiden kan je vanaf de kliffen van Bonifacio het Italiaanse eiland Sardinië zien liggen. Ik deed het eiland via een kampeerrondreis met Cycletours. In twaalf dagen heel het eiland rond, van noord naar zuid en weer naar noord, over alle bergen, dalen en cols.

De kaart kan je helpen met de ligging:


Advertentie

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s