De 10 prachtigste beklimmingen in de Picos de Europa

De Picos de Europa in Noord-Spanje is een fiets- en wandelparadijs. Het centrale deel van het Cantabrisch Gebergte is door de afstand vanuit België en Nederland niet meteen de eerste keuze om een fietsreis te organiseren. Ik moet zeggen: de Picos de Europa doen me denken aan een combinatie tussen Dolomieten en Pyreneeën. Weinig bergketens hebben zo’n variatie en rijkdom. De Pieken van Europa liggen op zo’n 20 kilometer van de Spaanse Noordkust: de Costa Verde.

Qua wielergeschiedenis moeten de Picos de Europa ook niet onderdoen voor de Pyreneeën en de Dolomieten. In de Vuelta a España is deze bergketen een zekerheid. Weinig edities lieten dit deel van Spanje links liggen. De Lagos de Covadonga is een van de meest legendarische beklimmingen uit de Vuelta-geschiedenis. Je vindt deze beklimming hier, in het noorden van Spanje. Ontdek de tien mooiste beklimmingen in de Picos de Europa in het Cantabrisch Gebergte.

1. Lagos de Covadonga (1120 m)

De Lagos de Covadonga is meer dan een legendarische beklimming uit de Vuelta a España. Het is een soort Lourdes in de Spaanse geschiedenis, maar dan minder overdreven. Het hele heimatverhaal begint hier met ene Pelayo. Deze Asturische koning was in de 8e eeuw als enige bestand tegen de Moorse invallen. Vanuit het bergachtige gebied wist hij met zijn troepen weerstand te bieden aan de moslims die bijna heel Spanje en Portugal wisten te veroveren.

De beklimming was in de Vuelta a España sinds 1983 al 21 keer de aankomst. Marino Lejarreta kwam in 1983 als eerste boven. Pedro Delgado, Laurent Jalabert en Lucho Herrera wisten hier twee keer te winnen. Vanuit Soto de Cangas klim je in 19 kilometer en een gemiddelde van 5.4% naar een hoogte van 1120 meter. Geen uitzonderlijk zware cijfers, maar de twee steilere passages maken het een echte scherprechter. Voor wielertoeristen is de top gewoon fenomenaal door de twee prachtige meren: Lago de Enol en Lago de la Ercina.

2. Jitu de Escarandi (1317 m)

Jitu de Escarandi heeft verschillende namen. In de Vuelta werd deze klim in 2015 Alto de Sotres omgedoopt. Ook Collado de la Caballar wordt onder de lokale bevolking gebruikt voor een deel van de klim. Collada Barreda is ook een naam voor deze beklimming. Van alle beklimmingen die ik in om de Picos de Europa deed, vond ik deze met veel voorsprong de mooiste. Ook al is de klim een doodlopende weg naar Tresviso.

Vanuit Arenas de Cabrales klim je in 21 kilometer met 5.6% naar 1317 meter. Het eerste stuk is vals plat. Na Poncebos gaat de weg fors omhoog. Van Tielve tot Sotres is de beklimming opnieuw gemakkelijk te verteren. Na Sotres volgt het laatste zeer steile deel tot Collado de la Caballar. Dan heb je een laatste stukje tot de grens tussen Asturias en Cantabria. De afdaling naar Tresviso loopt dood in het dorp en gaat over in een onverharde weg die niet echt geschikt is voor racefietsen.

3. La Hoya (1116 m)

Jammer genoeg loopt deze beklimming opnieuw dood. Of anders gezegd: het asfalt stopt. De weg gaat wel verder naar Jitu de Escarandi via een onverharde weg, maar dat is geen aanrader. Dit neemt niet weg, pardon the pun, dat deze beklimming spectaculair is. Het is de Cantabrische tegenhanger van Jitu de Escarandi. De weg verder asfalteren zou ook zonde zijn. Dit trekt meer gemotoriseerd verkeer aan en dat is nu net hetgeen wat deze regio niet wil.

Met zo’n 10 km aan bijna 10% gemiddeld, verdient deze beklimming ook een tien op tien voor uitzicht. Onbekend is onbemind. Ik moet toegeven, ik heb deze beklimming niet zelf beklommen. Ik passeerde aan de voet van de beklimming: La Hermida. Voor de berijdbaarheid en baseer ik me op een reisgenoot die tijdens de Cycletoursreis van de Picos de Europa wel zo moedig was om hier naar beneden te rijden.

4. Puerto de San Glorio (1609 m)

Ik heb het minderwaardigheidscomplex van de Vuelta a España nooit begrepen. Ook al is het de jongste van de drie Grote Rondes. Ook al klinken de verhalen van de Giro d’Italia en Tour de France heroïscher. Ook al heeft de Tour en Giro meer beklimmingen boven de 2000 meter hoogte. De Spanjaarden moeten echt niet onder te doen voor de Italianen en de Fransen. De Ronde van Spanje is voor heel wat wielergekken veel spannender dan de voorgeprogrammeerde Tour de France.

Langer, hoger, steiler: onder dat devies moet je de Puerto de San Glorio niet meteen catalogeren. Toch is de beklimming 26 kilometer lang aan een gemiddelde van bijna 5% best stevig. Een prachtig geasfalteerde weg slingert in een wat breder dal naar boven. Vanuit het pittoreske Potes rijd je naar de grens met de provincie León. Onderweg passeer je enkele rustige dorpjes: Valmeo, Vega de La Liébana en Bores. In 2014 reed Luis Leon Sanchez hier als eerste over de top.

5. Puerto de Piedrasluengas (1355 m)

Deze beklimming is voor mensen die op grote voet leven. ‘Piedra’ is voet en ‘luenga’ is afgeleid van ‘longus’, wat lang of groot betekent. Het is een beklimming die zeker lang te noemen is. Vanuit Ojedo bij Potes fiets je 29 kilometer bergop. Vanuit Puentenansa slingert de weg zo’n 38 kilometer naarboven. Historisch gezien had deze weg dan ook al vroeg passanten. De westzijde is onderdeel van de Camino Real de la Valdavia.

In de Vuelta a España moet deze beklimming nog ontdekt worden. Door de afgelegen ligging worden de naburige Puerto de San Glorio en de Puerto de Palombera vaker als optie genomen. Via de Collado de Hoz en de Collado de Ozalba kan je bovendien een prachtige rondrit maken over de Puerto de Piedrasluengas. Zowel in wijzerszin als in tegenwijzerszin is dit een absolute aanrader.

6. Puerto de Pandetrave (1562 m)

Vanaf de top van de Puerto de Pandetrave kijk je naar de hoogste pieken uit de Picos de Europa. De Torre de Cerredo is met de 2648 meter de hoogste bergtop in het Cantabrisch Gebergte en de Picos de Europa. De berg vormt de grens tussen de autonome regio’s Asturias en Castilla y León. Opvallend in dit deel van León is dat het water niet naar de Duero stroomt, maar noordwaarts richting de Golf van Biskaje. Dit is het enige stukje waar dat dat het geval is.

Daardoor is de vallei erg afgelegen. De weg naar Caín de Valdeón, de voet van de klim, loopt ook dood. In dit dorp gaat de weg over in een wandelpad richting Poncebos, langs de Río Cares. De vallei van Valdeón is onder de kaasliefhebbers ook gekend voor zijn queso de Valdeón: een blauwe schimmelkaas. De beklimming zelf start in Caín de Valdeón, is 19 kilometer lang en 5.6% gemiddeld.

8. Puerto de Panderruedas (1450 m)

Het contrast tussen de noordelijke en de zuidelijke kant van de Cordillera Cantábrica kan niet beter geïllustreerd worden dan met deze beklimming. De beklimming vanuit het noorden gaat vanuit een lang en smal dal en heel wat vals plat, over in een gelijkmatige klim. Vanaf je León binnenrijdt, nemen de percentages toe. Het ene dorp met welklinkende naam na het andere volgt: Vega de Cien, Puente Vidosa en Oseja de Sajambre.

Aan de overzijde van de bergkam enkel wat verlaten dorpen. Het landschap is er kaler en de begroeiing schaarser. De hoogvlakte van León is niet meer zo ver hiervandaan. Het Embalse de Riaño is vlakbij. Enkele cijfers nog: de beklimming vanuit is Asturias 50 kilometer lang en heeft een moyenne van 2.8%. Eerst beklim je de Puerto del Pontón. Deze gaat na enkele hectometers afdaling verder naar de Puerto de Panderruedas.

8. Collado de los Bedules (993 m)

De Desfiladero de los Beyos en de Rio Ponga vormen twee adembenemende kloven. Tussen deze twee kloven is een weg aangelegd: de Collado de los Bedules. Ook Collada Llomena wordt gebruikt. Het is een huzarenstukje dat je hier überhaupt een weg kan leggen. Hij gaat behoorlijk steil de berg op. Zo’n 7.5 kilometer met een pendiente media van 9.4% is pittig. De weg is modern en breed genoeg langs de oostzijde. Het dorp San Ignacio verdwijnt snel uit het zicht.

Net voorbij de top kan je nog naar de Mirador de los Bedules fietsen. Na zo’n driehonderd onverharde meter gaat de weg verder in een betonbaan. De wegwerkers hebben hier om de twintig centimeter een voor in het beton gemaakt om de zogenaamde grip te verbeteren. Voor fietsers is dit zeker in de afdaling een marteling. Moet je dan tot hier rijden? Neen, als je erdoor zit, fiets verder. Heb je nog jus in de benen? Het uitzicht over de grillige omgeving is super. Je kan vanuit een Cangas de Onís ook een mooi rondje maken.

9. Casielles (812 m)

Moeten er nog bochten zijn? Wie Lacets de Montvernier in de Alpen kent, vindt deze kortere beklimming zeker evenwaardig. In 2015 werden de haarspeldbochten van Montvernier gelanceerd in de Tour de France. Deze zeventien snel opeenvolgende bochten worden in de klim naar Casielles overtroffen. Maar liefst 22 haarspeldbochten in 2.7 kilometer is gemiddeld om de 136 meter opnieuw een haarspeldbocht.

In Spanje is deze doodlopende weg vol met curvas cerradas nog niet ontdekt in de Vuelta a España. Enkel een aankomst in Casielles zou een passage mogelijk maken. In de Tour de France zou dit organisatorisch en logistiek onmogelijk zijn. De Vuelta a España is echter niet vies van een bizar uitje of een finish waar heel het circus op een zakdoek moet parkeren. Zo’n 3.8 kilometer aan 12.1% gemiddeld: het zou een waar spektaktel worden.

10. Mirador del Fito (576 m)

Deze beklimming is niet hoog. Het uitzicht over de zonnekloppers beneden aan het strand is wel fenomenaal. Het uitzicht op de top is dat evenzeer. De Golf van Biskaje aan de ene kant en de steile grijze toppen van de Picos aan de andere kant: beter wordt het niet. Het is zonder enige twijfel een van de mooiste plekken in Asturias en Noord-Spanje. De hoeveelheid geparkeerde wagens, selfies en wandelstokken geven daar blijk van.

De Mirador del Fito tussen Colunga en Arriondas is zeker stevig. Ondanks de geringe hoogte overwin je wel meer dan 550 hoogtemeters, en dat in slechts zeven kilometer. Met een gemiddelde van bijna 8% en heel wat stroken boven de 10%, is het forse klim. In de Vuelta is deze subida heel vaak de opwarmer voor de nabijgelegen slotklim naar de Lagos de Covadonga.

Wil je meer lezen over cols? Kijk dan zeker naar de 10 mooiste beklimmingen van de Franse Pyreneeën (bekend en onbekend), de Cevennen, Gran Canaria, de Dolomieten, de Brabantse Wal, de provincie Antwerpen of het Waasland. Like Fietspiratie op Facebook, volg me via Instagram of abonneer je gratis op mijn YouTubekanaal.

Advertentie

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s