De 10 mooiste onbekende cols uit de Franse Pyreneeën

Ken je de Col du Tourmalet, de Col d’Aspin en de Col d’Aubisque intussen vanbuiten? Zoek je meer dan de typische begane paden uit de Tour de France? Tussen de Jaizkibel en de Coll dels Belitres liggen tal van beklimmingen. Hier zijn de tien mooiste Pyreneeëncols in Frankrijk, die geen of weinig wielergeschiedenis hebben. Ze blinken uit in rust, hun prachtige omgeving en tal van andere redenen. Kom hier zeker langs.

1. Artzamendi (926 m)

Iparralde zegt niet-Basken heel weinig. Het betekent: Frans-Baskenland. In deze streek bevinden we ons. In het zuidwesten van Frankrijk is er een klein deel waar de taal, de cultuur en het volk dat er leeft, wel zeer speciale eigenschappen heeft. Van Baskisch versta je werkelijk geen jota. Zo is Saint-Jean-Pied-de-Port in het Baskisch Donibane Garazi. Niet ver hiervandaan, ligt Itxassou, de voet van de Artzamendi.

Letterlijk vertaalt, betekent Artzamendi de ‘berg van de beer’. Deze beklimming is het summum van steil. Want het is: steil, steiler, Artzamendi. Na de start in Itxassou ga je en een aantal keer op en neer. Langs een smalle kloof, met een paar blinde bochten en een kabbelende beek, zie je al snel geen huizen meer. De staat van het wegdek is goed genoeg. Na een restaurant en enkele steile percentages, schotelt het wegdek zo’n vier kilometer ongeziene percentages voor. Met bijna 11 km km en 8 % moyenne, zal je ook pieken tot 19% moeten verwerken. Slik.

2. Col de Burdincurucheta (1135 m)

De naam alleen al: Col de Burdincurutcheta, doet wenkbrauwen fronsen. In het Baskisch betekent dit het IJzeren Kruis. Anders gezegd: de Col de la Croix de Fer heeft zijn Baskische tegenhanger. Met zo’n 9 km en 8.9% gemiddeld start je in Bassaburua aan een forse beklimming. Vanaf Saint-Jean-le-Vieux loopt de weg al vals plat door het dal. Tot de top is het klimmen.

Na de hoogte van de Col de Burdincurutcheta volgt een korte afdaling. Via het Forêt d’Iraty volgen nog meer hoogtemeters. Je kan na de Burdincurutcheta tot de Col de Bagargui verder fietsen. Hier kom je tot een hoogte van 1327 meter. Ik moet zeggen: hierover kan ik weinig vertellen, aangezien ik deze kilometers in de mist doorbracht. Verder dan een meter of 10 zag ik niet. Dat gebeurt hier echt wel vaker.

3. Col de la Pierre Saint Martin (1760 m)

Tussen Spanje en Frankrijk kan je op deze beklimming weleens de pijp aan Maarten geven. de Col de la Pierre Saint Martin is lang: 25 km en stevig: 5.8%. Vanuit Arette klim je naar een hoogte van 1760 meter. Hier sta je tussen kale rotsen met zeer bizarre vormen. De omgeving is fenomenaal. Hier heb je een weids uitzicht over de omgeving. Zeker in de laatste kilometers fiets je een tijdje over een heuvelrug.

Vanaf Arette kan je de beklimming aanvatten. Maar vanuit Spanje klim je met heel wat bochten naar boven. Vanuit Frankrijk zijn er vijf zijdes: vanuit Licq-Athérey, Lanne-en-Barétous, Arette, Lourdios-Ichère en Bedous. Deze beklimmingen zijn zeer verschillend en uitdagend. Het was dan ook moeilijk om een zijde te kiezen die erbovenuit steekt. Met Arette neem je de gulden middenweg. Maar de zijde vanuit Bedous kan ook tellen, vanwege de variatie.

4. Col de Spandelles (1378 m)

Als je op zoek gaat naar rondjes in de Pyreneeën zal dat zoals in de meeste bergketens niet altijd even gemakkelijk verlopen. In de Pyreneeën zijn de puertos en cols gemiddeld iets korter dan in de Alpen. Daar moet je je vaak beperken tot op en af, of een zeer lange rondrit. In de Pyreneeën is er vanuit Argelès-Gazost en omgeving veel te beleven. Deze beklimming vormt een geweldig alternatief op de beroemde Col du Soulor.

Met een stevige tien kilometer aan 8.4% kom je forse percentages tegen. De westzijde start in een prachtig dal. Naar het zuiden fiets je de Col du Soulor op. Richting het westen kronkelt een smalle weg naar de top van de Col de Spandelles. Ik vind het prachtbeklimming in deze omgeving. Een aanrader vanwege de rust die je hier vindt. In Etchartes staat de tijd stil. Na een paar pedaalslagen bergop, voel je misschien hetzelfde.

5. Pont d’Espagne (1496 m)

Deze beklimming zou de brug naar Spanje kunnen vormen, ware het niet dat de klim doorloopt op een drukke parkeerplaats voor wandelaars. Deze beklimming loopt dood en toch is het hier behoorlijk druk als je hier in de namiddag omhoog fietst. De vele watervallen langs de kant en de forse stroom naar beneden zorgen bij tijd en wijle voor een frisse verkoeling. Het is een welkome verkoeling.

De beklimming door de Gave de Marcadou gaat eerst richting Cauterets. Vanuit Pierrefitte-Nestalas beklim je over een afstand van 18 kilometer met 5.5% moyenne naar een hoogte van 1496 meter. Zeker de laatste zes kilometer kom je heel wat steilere passages tegen. De bochten draaien stevig door en de gierende banden en het kolkende water maken dat deze beklimming geen oase van rust is. Nochtans: zet je fiets even aan de kant. Doe je schoenen en sokken en geniet van het ijskoude water.

6. Cirque de Troumouse (2089 m)

In Gèdre kan je kiezen tussen links of rechts. Rechtdoor rijd je richting Gavarnie en zijn bekende waterval bij Cirque de Gavarnie. Sla je scherp linksaf, dan fiets je naar een ander circus. De weg naar Cirque de Troumouse is minder druk, soms een beetje hobbelig, maar erg bevredigend. Als je de top bereikt, spring je een gat in de lucht.

Vanuit Luz-Saint-Sauveur, de voet van de Col du Tourmalet, rijd je nog zo’n dertien kilometer vals plat omhoog. Vanaf de afslag naar Barrage et Lac des Gloriettes ga je voor vijftien kilometer stevigere percentages tegemoet. Je kan hier met andere woorden een aantal uurtjes zoet zijn met klimmen. Ook de aanloop voor Luz-Saint-Sauveur gaat vanaf Pierrefitte-Nestalas de hoogte in. Boven is de beloning zoet.

7. Sommet de Portel (1432 m)

Hier komen we in een minder bezocht deel van de Pyreneeën. In Massat zit je in de Ariège. Het is een van mijn favoriete departementen in Frankrijk. De wegen zijn hier rustiger. De uitzichten zijn hier weidser. De dorpen zijn hier meer verlaten. De beklimmingen zijn hier uitdagender. Het weer is hier beter. De geschiedenis van de streek is gevarieerd. Minder motoren die voorbijrazen. Minder passanten die met horden de afdalingen en beklimmingen bezetten, zoals het op de Col du Tourmalet iedere keer is.

Vanuit Massat klim je aanvankelijk nog gezapig omhoog. De weg slingert en houdt de cadans er goed in. Dan volgt de Mur de Péguère. Deze strook van drie kilometer probeert naam te maken in de Tour de France. De cijfers zeggen niet veel: 13.2 km met 6 %. Drie kilometer lang tegen 13% aanrijden, voel je al snel in de kuiten. Op de top heb je nog een minder steil deel, waar je ver over de berg heenkijkt.

8. Col du Pradel (1679 m)

De Col du Pradel is het alternatief voor de bekendere Port de Pailhères. Deze beklimming is minder lang en hoog. De aanloop is deels dezelfde. De kloof waar je doorheen fietst is adembenemend. Het stukje Frankrijk is verlatend en pittoresk. De natuur bepaalt hier zeer sterk het ritme van het leven. De afslag zegt: Cailla, Marsa en Joucou. Dit komt nog op je pad. De smalle straten in de dorpskerntjes verraden het weinige verkeer dat hier passeert.

Klim zo’n 15.7 km aan 6 % en je bent boven. De aanloop door de vallei vanuit Quillan of Axat is drukker. Maar de Gorges de Saint-Georges is adembenemend en een absolute aanrader. Deze beklimming heeft een oostelijke zijde en westelijke zijde. De westelijke zijde start vanuit Ax-les-Thermes. De Aude stroomt door de vallei. Dit gelijknamige departement is rijk bezaaid met valleien, kloven en ravijnen.

9. Bout de Touron (1450 m)

Vanuit Foix heb je een doodlopende beklimming naar Prat d’Albis. Omdat deze beklimming voor de meeste Pyreneeënbezoekers onbekend is en Foix vaak wordt aangedaan, is een daguitstapje naar Foix te combineren met een klim naar Bout de Touron. Meer dan 16 kilometer zal je nagenoeg alleen fietsen over een mooi wegdek en met een gemiddelde van zo’n 6.5%. Dat valt reuze mee. Een klein stukje is 12%. Meer zware pentes moet je niet verwachten.

Foix ligt aan de voet van de Pyreneeën. Het stadje vormt de poort naar de Pyreneeën en heeft een belangrijke strategische ligging. Tot de Franse Revolutie was deze stad het centrum van het graafschap Foix en nadien het de provincie Pays de Foix. De Ariège stroomt hier als het ware uit de Pyreneeën.

10. Montségur (1056 m)

De besproken beklimmingen hoven niet altijd te primeren in afstand, hoogte, percentage of andere cijfers. Deze beklimming is gewoon één en al geschiedenis, zonder Tourverleden. Het Katharenkasteel van Montségur heeft een burcht op de top van de berg staan, waardoor deze beklimming de nodige aandacht verdient. Met de racefiets kan je deze ruïne niet bereiken. Maar je kan de vesting van ver zien.

Over de elf kilometer met 4.8% moyenne valt weinig te zeggen. In Lavelanet of Bélesta rijd je naar boven. De weg is breed en rustig. Het weer bepaalt of je hier veel of weinig dagjestoeristen tegenkomt. Deze toeristen zullen ontdekken dat dit kasteel in de dertiende eeuw werd herbouwd. Het bolwerk moest het centrum worden van de Katharen. Zij voerden strijd tegen paus Innocentius III. Na een moeilijke belegering, moesten de Katharen zich overgeven. In 1244 kozen meer dan tweehonderd Katharen vrijwillig voor de brandstapel.

Wil je meer lezen? Like Fietspiratie op Facebook, volg me via Instagram of abonneer je gratis op mijn YouTubekanaal.


Advertentie

13 Comments

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s