Ik ben geboren in een familie zonder enige wielergeschiedenis. Het kwam sporadisch op televisie. Noch vader noch moeder stimuleerden me in de richting. Geen van beiden fietsten in hun vrije tijd of voor de fun. Het was eventueel een transportmiddel waarmee ze naar de winkel reden. Dat is blijkbaar ook niet nodig om te beginnen met wielrennen. Om een selfmade cyclist te worden.
Als kind noemde ik het: ‘gaan fietsen’ of ‘vlambakken’. Ik was een motorische kluns en ik was er laat mee weg. Op mijn zevende reed ik nog met ondersteuningswieltjes. Ik denk dat ik het geleerd heb van jongere kinderen op school. Zo erg was het. Met mijn veters knopen had ik evenveel moeite. Toch ging het na wat toeval wel. Ik herinner me dat ik cirkeltjes draaide in de garage en het kon.
Al snel zag ik de fiets als een geweldige vrijheid. Ik mocht binnen de woonwijk vrij rondfietsen. Twee drukke wegen en een spoorweg bakenden het fietsgebied af. Zo’n twintig straten behoorden tot het parcours. Vrij als een vogel vloog ik overal heen. Met een tweedehands BMX of mountainbike was ik koning te rijk. Om de zoveel tijd kreeg ik een nieuwe tweedehandse ‘vlambak‘, omdat ik de vorige was ontgroeid. Of omdat ik er eentje tegen een betonblok had geparkeerd, mezelf incluis. Drie draadjes en schrammen later, vond ik het nog steeds heerlijk.
Knooppunt
Het vlambakken in de woonwijk en de servitudeweg achter mijn warme ouderlijke woning werd vanaf mijn tiende à elfde levensjaar uitgebreid met de hele periferie van Ekeren. Ik kreeg een vaste havenfietsroute van 15 km. Op mijn leeftijd mocht ik eigenlijk behoorlijk ver in mijn dooie uppie. Ik ontdekte genummerde bordjes. Het knooppuntennetwerk werd geïnstalleerd en mijn interesse en nieuwsgierigheid bereikten een nieuw hoogtepunt.
Ik mocht van mijn vader een aantal routes van 60 km uitstippelen. We zouden zo wel eens samen gaan fietsen. Ik wou 100 km maar nam genoegen met 60 km. Dat was genoeg op mijn dertiende, achteraf toegegeven. Een tocht van vier uur langs de Antitankgracht tussen Sint-Job-in-‘t-Goor en Massenhoven was de primeur. Al snel volgden Nederland, Lier en de Nete. Ik vond het geweldig. De zomer van 2003 was heet en we gingen samen vier keer 60 km fietsen. Gewoon met een stadsfiets, een flesje water en een rugzakje. Meer was het niet.
Verder en verder en verder en verder
De volgende zomer reed ik nog twee keer met mijn papa. Af en toe trok ik met kaart, water en banaan er alleen op uit. Naast atletiek, was fietsen mijn grote passie. Het enorme vrijheidsgevoel, het onderweg zijn, de ontdekking en de nieuwsgierigheid dreven me altijd verder.
Op mijn vijftiende was het hek helemaal van de dam. Met de intussen gescheurde en afgeleefde knooppuntenkaart reed ik zowat heel de provincie door. Nog steeds fietste ik met een stadsfiets van het warenhuis Aldi. Ik vond het geweldig. De 18 versnellingen werkten prima. Af en toe moest een kaduuk wiel worden vervangen. Voor de rest was het, gezien mijn strapatsen, meer dan goed.

Ronde van het Knooppuntennetwerk
In 2005 reed mijn buurman de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen. Ik wou hetzelfde. Ze vonden het te ver voor iemand van 15 jaar. We zaten met verbouwingen en de tijd was er niet. Dat belette me niet om de volgende dag 175 km te fietsen: de volledige knooppuntenkaart. Langs de Lilse Bergen, Hoogstraten en de Kalmthoutse Heide kwam ik volledig afgepeigerd thuis. Ik kon geen pap meer zeggen. Ik was volledig over mijn grens gegaan. Maar ik had bewezen dat ik het wél kon. Ik was klaar voor Vlaanderens Mooiste.
Een maand later reed ik met een topografische atlas op mijn rug, twee flessen Lipton Ice Tea Green, twee banaantjes, twaalf boterhammen in een tas naar het Afrikamuseum van Tervuren. Een ding was ik vergeten: zonnebrandcrème. Levensles voor het leven: vergeet zoiets nooit! Tenzij je nog weken lang vellen van je bovenarmen wil schrapen. Het was 30 graden op deze eerste mei, de Dag van de Arbeid. De zon had in ieder geval wel gewerkt.
Philippe Gilbert
De ene levensles volgde de andere op. Eigenwijs en eigengereid reed ik in het voorjaar van 2006 naar Lokeren, om de finish van de Omloop het Volk mee te pikken. Toen lag de meet aldaar. De piepjonge Philippe Gilbert reed over de finish. Ik was nog meer een piepkuiken. Ik had er niet bij nagedacht dat ik in het donker naar huis moest. Eind februari gaat de zon snel onder. Mijn voorlicht werkte niet meer en ik kreeg schrik op de drukke N70 tussen Sint-Niklaas en Antwerpen. Mijn eigen licht was intussen ook al gedoofd.
Ik moest voor de eerste keer plooien. De gsm, die ik voor de gelegenheid leende van mijn zus, had een platte batterij. Ik kon dat ding het veld inwerpen. Zo uitgeteld was ik. Een lokale kruidenier die weldra ging sluiten, bracht redding. Ik mocht telefoneren en vroeg of vader me kwam halen. Ik was gered. Lesje geleerd.
Ronde van Vlaanderen
In 2006 was het zover: ik mocht mijn eerste Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen rijden. Ik was uitgedost in trainingspak, bandana, helm en sportschoenen. De huiselijke verbouwingen waren afgelopen en papa had zoals beloofd, zijn benzinetank volgegoten om naar Ninove en de Vlaamse Ardennen af te zakken. “Ja, manneke, ge wèt as ik nog ’s moet rijen?“
Mijn vader is de beste man in de volgwagen ter wereld: rustig in het hele opzet, oplettend en soms schaars met aanmoedigingen. Typerend voor hem en het houdt de voeten op de pedalen. Hoogmoed komt voor de val. Dus geen hoogmoed, dan blijf je recht. Dat is zowat zijn levensmotto in de auto. Niet te geweldig, gewoontjes, rustig blijven.
Verder was hij ook immer voorzien van het nodige kaartmateriaal annex wegdoorzicht. “Ja, manneke! Ik ga efkes rond het parcours rijden. Anders hinder ik de andere wielertoeristen. Ik zien a ginder terug.” Prachtig vond ik dat. Nadien was hij tevens het luisterende oor voor mijn relaas van de dag. Dat in mijn enthousiasme soms uren kan duren.
En zo ging ik nog een tijdje door. Helmpje af, daarvoor!
Oh ja: succesvol profrenner zal ik nooit worden. Geen VO2-max om u tegen te zeggen. Maar mijn liefde voor de fiets heb ik wel: van achterderailleur tot zadel.
Wil je meer lezen? Like Fietspiratie op Facebook, volg me via Instagram of abonneer je gratis op mijn YouTubekanaal.

Herkenbaar verhaal Sam, je schrijft écht leuk! Fijn dat je je verhalen deelt op WAF, al denk ik dat een ‘link’ minder lezers trekt dan het hele verhaal. Ga zo door! Groet, André Jansen
LikeLike
Hey, André, bedankt voor het leuke compliment. Ik hoop dat ik in de toekomst mijn passie kan blijven delen op WAF! Geweldig initiatief! Vele groeten en dank!
LikeLike