Woord van het Jaar

Van Dale organiseert jaarlijks de verkiezing van het woord van het jaar. Er is een Vlaamse en een Nederlandse versie. In het verleden haalden een aantal schunnige neologismen de titel binnen: swaffelen, tentsletje en samsonseks. Ook kraamkost en frietchinees verlekkerden de Dikke Van Dale. In 2018 zochten we een opvolger voor koesterkoffer, om overleden geliefden te herdenken. Om ze voor altijd te koesteren. We zitten dus duidelijk in een nieuw woordenelan sinds de metoo-verhalen. Maak je koesterkoffer al maar op, want het Woord van het Jaar is: moordstrookje.

De keuze voor dit woord in Vlaanderen, zegt veel over hoe fietsers én automobilisten onze wegen ervaren. In Nederland zou de term nog niet eens op de shortlist komen. Er zijn nog te veel wegen in Vlaanderen waar zogenaamde moordstrookjes voorkomen. Dit is een fietspad dat vlak naast de rijbaan ligt en te dicht bij het autoverkeer komt. Het gaat vaak om een met strepen afgebakende strook, niet breder dan een fietsstuur. Moordstrookjes liggen er al sinds de jaren 50, 60 en 70, toen fietsinfrastructuur nog een bijkomstigheid was. Het werd gelegd met de betonrestjes.

Vandaag stelt Vlaanderen dat er minstens 25 centimeter tussen rijbaan en fietspad moet liggen. Toch voldoet zo’n 96% van de fietspaden hier niet aan. In 33% van de gevallen ligt het fietspad gelijk met de rijbaan en is er zelfs geen drempel die een auto kan wakkerschudden. Met andere woorden: een streep is het enige wat gemotoriseerd verkeer van een overreden fietser scheidt. In onze cultuur van sms’en achter het stuur, blijft er dus weinig speling over.

Het begrip is omstreden, omdat moord een bewuste keuze is. Iemand aanrijden is, hoop ik, niet bewust. Het is misschien geen moord door de automobilist, maar schuldig verzuim van de wegbeheerder. Zij zullen bij een ingestorte brug, door nalatig onderhoud, ook met de vingers worden gewezen. Voor fietspaden geldt blijkbaar een andere standaard. Jammer genoeg.

Rzoska

Het gebruik van ‘moordstrookje’ door Björn Rzoska aan het adres van de mobiliteitsminister, werd dit jaar als ongepast verklaard. Ministers krijgen niet graag een moord op hun conto. Rzoska lanceerde er wel het ‘Woord van het Jaar’ mee. Dat het woord überhaupt gebruikt werd, toont des te meer aan hoe problematisch het gesteld is.

Ik hoop dat we volgend jaar weer een vrolijk woord krijgen, dat me een echt mangomoment zal bezorgen. Want de fiets blijft tot vandaag van ondergeschikt belang. Niet in verkiezingstijden, maar in budgetten of wegwerkzaamheden, komt de fiets op de tweede of de derde plaats. Deze moordstrookjes liggen er al te lang. De tijd dat zelfs parkings beter geasfalteerd zijn dan fietspaden, is echt niet meer van deze tijd. Waar een wil is, is een weg. En waar een weg is, is een afgescheiden breed fietspad.

Advertentie

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s